Onderzoekers van het Erasmus MC hebben voor het eerst ontdekt dat het krijgen van oorontstekingen op de kinderleeftijd mede erfelijk wordt bepaald. Kinderen met een bepaalde variatie in hun DNA zijn gevoeliger voor een oorontsteking dan leeftijdsgenootjes zonder deze erfelijke aanleg. Dit schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications dat onlangs verscheen.
Een oorontsteking met loopoor tot gevolg is één van de meest voorkomende infectieziekten op kinderleeftijd, en zorgt voor veel doktersbezoeken. Gijs van Ingen, KNO-arts in opleiding: “Wij hebben voor het eerst een gen ontdekt dat ons helpt te begrijpen waarom het ene kind meer last heeft van looporen, terwijl het andere daar eigenlijk weinig mee te maken krijgt.” Voorheen werd met name gesproken over omgevingsfactoren die de kans op looporen kunnen vergroten. Denk aan het aantal broertjes en zusjes of bezoek aan een kinderdagverblijf. “Onze studie toont aan dat genetische aanleg wel degelijk meespeelt. Een oorontsteking is voor een kind een erg pijnlijke en vervelende ziekte. Wij hopen dat deze studie eraan bijdraagt, dat in de toekomst een kind dat gevoelig is voor oorontsteking sneller kan worden herkend, en misschien anders of sneller wordt behandeld.”
Onderzoekers van het Erasmus MC vergeleken in samenwerking met het Center for Applied Genomics van het Children’s Hospital of Phildadelphia, het DNA van 13.000 kinderen met oorontstekingen en kinderen die daar geen last van hadden. Zij ontdekten dat kinderen met een bepaalde variant van het FNDC1 gen, verantwoordelijk voor een stofje dat een rol speelt in het opruimen van ontstekingen, gevoeliger waren voor oorontsteking dan andere kinderen. Daarnaast werd bij muizen aangetoond dat het FNDC1 gen daadwerkelijk actief wordt in het oor, en bij muizen met oorontsteking meer tot uiting komt, dan bij muizen zonder actieve oorontsteking.
Supervisor en KNO-arts Marc van der Schroeff: “Aanvullend onderzoek is nodig, en zal door ons worden gedaan, om te begrijpen in hoeverre omgevingsfactoren en het DNA elkaar beïnvloeden. De mate waarin informatie in het FNDC1-gen actief wordt, zou bijvoorbeeld beïnvloed kunnen worden door dieet en rookgedrag van de moeder. De puzzel waarom het ene kind veel last heeft van oorontstekingen en de andere niet is ingewikkeld, maar deze studie helpt ons aanzienlijk.
De studie is te vinden op de website van wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications.
Bron: Erasmuc MC